Praktijk / Toets en rijexamen uitgelegd
Hieronder zie je de overeenkomsten en verschillen tussen toets en examen en zie je dat een toets de beste voorbereiding is op je examen! Met een toets op zak verhoog je je slagingskans.
De toets
1. Voor de toets
Eerst maak je kennis met de examinator. Die legt uit hoe je toets verloopt en controleert:
de uitnodiging voor je toets
je identiteitsbewijs
de geldigheid van je theorie-certificaat
en of je het formulier Zelfreflectie ingevuld hebt (wordt pas besproken na je examen)
2. Op het parkeerterrein
- Op het parkeerterrein doe je een ogentest. Je leest het kenteken van een stilstaande auto op ongeveer 25 meter afstand.
- Als voorbereiding op de rit kan de examinator jou enkele vragen stellen over de auto. Bijvoorbeeld over het checken van de motorvloeistof of de lampjes op het dashboard.
3. De toetsrit
En dat geldt voor alle zeven examenonderdelen die je kunt bekijken door hier te klikken.
De 7 tips betreffen:
wegrijden
rechte en bochtige weggedeelten
kruispunten
invoegen en uitvoegen
bijzondere weggedeelten
inhalen en van rijstrook wisselen
bijzondere verrichtingen
4. De uitkomst van je toets
Uitslagformulier
Van de examinator hoor je waar je extra aandacht aan moet geven om goed voorbereid te zijn voor je examen. Dat wetende en daar aan werken zorgt ervoor dat je zelfverzekerd je examen gaat rijden. En dat scheelt heel wat onnodige stress!
Je rijexamen
1. Voor je examen
de uitnodiging voor je examen
je identiteitsbewijs
de geldigheid van je theorie-certificaat
en of je het formulier Zelfreflectie ingevuld hebt (wordt pas besproken na je examen)
2. Op het parkeerterrein
- Op het parkeerterrein doe je een ogentest. Je leest het kenteken van een stilstaande auto op ongeveer 25 meter afstand.
- Als voorbereiding op de rit kan de examinator jou enkele vragen stellen over de auto. Bijvoorbeeld over het checken van de motorvloeistof of de lampjes op het dashboard.
3. De examenrit
En dat geldt voor alle zeven examenonderdelen die je kunt bekijken door hier te klikken.
wegrijden
rechte en bochtige weggedeelten
kruispunten
invoegen en uitvoegen
bijzondere weggedeelten
inhalen en van rijstrook wisselen
bijzondere verrichtingen
Direct na afloop van de rit krijg je in het CBR-examencentrum te horen of je geslaagd bent.
Ben je geslaagd?
Dan kun je ná de examendag je rijbewijs aanvragen bij de gemeente waar je woont.
Ben je gezakt?
Van de examinator hoor je waar je nog aan moet werken voor de volgende keer. Op het uitslagformulier kun je dat terugzien samen met je instructeur. Begin dan zo snel mogelijk weer met lessen als voorbereiding op het herexamen. Dat verloopt hetzelfde als het eerste examen.
Alleen als je binnen 5 jaar 4 keer of vaker bent gezakt voor je rijexamen, gaat het anders. Dan krijg je elke volgende keer een speciaal examen.
Langer wachten na afgebroken examen
Als de examinator je rijexamen afbreekt vanwege verkeersgevaarlijk gedrag, krijg je te maken met een langere wachttijd. Dan kun je pas na 6 weken herexamen doen bij het CBR, om je rijvaardigheid op peil te brengen. Normaal is de verplichte wachttijd 2 weken als je bent gezakt.
(*) Soms is meerijden van je instructeur niet mogelijk, omdat er een tweede medewerker van het CBR meerijdt, bijvoorbeeld een examinator in opleiding.
Rijcoach.com
Instructie en coaching op hoog niveau en aangepast aan jouw leerstijl.
Beoordeling rijexamen
De rit duurt ongeveer 35 minuten waarin je een deel van de rit rijdt op aanwijzingen van de examinator en een ander deel rijdt aan de hand van het navigatie systeem middels een aangegeven route. De examinator kijkt of je veilig en zelfstandig kan rijden en hij let daarbij op de onderstaande 7 examen onderdelen.
1. Wegrijden
- Auto onder controle hebben
2. Rechte en bochtige weggedeelten
- Zorg je voor genoeg ruimte voor, achter en naast de auto.
- Zorg je dat je gevaar tijdig herkent en daar goed op reageert
- Hou ook de juiste snelheid aan, vlot waar het kan, rustig waar het nodig is.
3. Kruispunten
- Goed vooruit kijken, snelheid aanpassen aan de situatie
- Verkeersregels goed toepassen
- Op de juiste manier om je heen kijken
- Andere weggebruikers op tijd laten weten wat je van plan bent (knipperlicht gebruiken)
4. Invoegen en uitvoegen
- Om je heen kijken en vooruit kijken
- Op het juiste moment en met de juiste snelheid in- en uitvoegen
- Zorg dat je niemand hindert
5. Inhalen en van rijstrook wisselen
- Je mag niemand hinderen
- Kijk goed om je heen
- Laat op tijd andere weggebruikers weten wat je van plan bent (knipperlicht gebruiken)
6. Bijzondere weggedeelten (voetganger oversteekplaats, rotonde)
- Kijkgedrag en snelheid
- Voorrang verlenen en voor laten gaan
7. Bijzondere verrichtingen (parkeer/omkeer en stopopdracht)
- Zorg dat je een logische plaats uitzoekt en zorg dat je de auto onder controle hebt
Let op dat je goed kijkt en dat je rekening houdt met andere weggebruikers (verleen voorrang)
Samengevat: Auto onder controle hebben, kijkgedrag goed uitvoeren, weten wanneer je voorrang moet verlenen en belangen andere weggebruikers goed meewegen tijdens het rijden. Dit onder controle hebben is voorwaarde voor een geslaagde rit.
500+ geslaagde leerlingen! 🎉
Rijles waardering ⭐
Wat zeggen oud leerlingen over ons. Lees meer op de pagina’s van de RIJSCHOOLSCORE en GOOGLE REVIEW en TRUSTOO en oordeel zelf.